Dag zotte poëten, dag gekke gedichtenmakers
Je zou eens moeten weten hoe vrolijk het er hier vanmorgen aan toe ging. Dat kan ook niet anders! Gedichtendag! De aller-allermooiste dag van het jaar! En, natuurlijk … de start van de poëzieweek.
We vuurden meteen een moeilijk raadgedicht op jullie af. We dachten dat jullie allemaal gewoon dwerg zouden invullen. Stiekem hoopten we natuurlijk op woorden die wat gekker waren, of op z’n minst wat beter bedacht.
Maar toen we jullie inzendingen lazen stonden we versteld. Meer zelfs. De glimlach die er al een beetje was, reikte nu tot ver achter onze oren. We voelen het hier allemaal nog een beetje.
Er waren grappige inzendingen: minireus, wiggelwag, kabouter stouter, smurf, pechdwerg (benieuwd wat die meegemaakt heeft!) ... Geen idee waar jullie al die gekkigheid halen, maar ze maakte ons alvast stevig aan het lachen!
Deze waren slimme vondsten, vonden we, omdat de kinderen die ze bedachten ook keken naar de rest van het gedicht. Daarin staat dat je ‘hem’ niet kon zien … Daarom vinden we deze woorden ook zo sterk: lulliputter, kleine miezerige dwerg, minidwerg, kabouterdwerg, onzichtbare dwerg, … Knap hoor!
We lazen echte poëtische kanjers, schitterend bedacht omdat die kinderen ook een ander rijm aandurfden. Zij rijmden op het woord ‘mee’ uit de volgende regel, wat het gedicht heel bijzonder maakt: dwergfee, dwergree, dwergzee, …
Maar er zaten ook hele zachte woorden tussen, waar we zelfs een beetje stil van werden: bovenop die berg woont volgens sommige klassen een regenboogreus, een wolkenhoeder en een eenzame dwerg. Er was zelfs een echte vriendschapsdwerg. Prachtig!
Eigenlijk zochten we naar: boven op een berg woont de hogerkannietdwerg. Maar euh, toegegeven? Wij vinden jullie dwergen een pak origineler! En de ingezonden topvandebergdwerg kwam wel héél héél dichtbij!
Dank je wel, dus, dichtende dwergjes van het tweede en derde leerjaar!
Tot morgen? Tot snel?